COLUMN in VetLife
Zo, ik heb je aandacht, toch? Het klinkt extreem, dat weet ik. Toch wordt het “ontpenissen” vaak als oplossing gezien bij een veelvoorkomend probleem bij katten: de plaskater, of eigenlijk de “niet-plaskater”. Eigenaren komen thuis en vinden hun kater lusteloos in een hoekje, of zien hem wanhopig proberen te plassen zonder succes. Wanneer een kater helemaal niet meer kan plassen, loopt hij groot risico om te overlijden. Zijn lichaam vergiftigt zichzelf met afvalstoffen die normaal via de urine worden uitgescheiden. Het is een levensbedreigende situatie die om snel ingrijpen vraagt. Daar zijn we het allemaal wel over eens.
Als dierenarts is er bij deze spoedsituatie gelukkig vaak iets te doen. We kunnen de blaas aanprikken om deze te legen, de obstructie met een catheter terugspoelen naar de blaas en intraveneuze vloeistoftherapie starten. Een geslaagde behandeling kan enorm bevredigend zijn. Maar soms lukt het catheteriseren niet, en dan?
Stenen of stress?
Waarom kiezen we er soms voor om de penis te amputeren? Als het catheteriseren niet lukt of als er kans is op herhaalde blokkades, lijkt dit een goede oplossing. De plasbuis van een kater is relatief lang, en ter hoogte van de penis is het laatste deel vernauwd. Door de penis te verwijderen, blijft alleen het brede deel van de plasbuis over. Een kind kan de plas doen, zou je kunnen zeggen. In dit brede deel ontstaat minder snel een verstopping, bijvoorbeeld door een plug of kleine steentjes.
Een plug ontstaat vaak bij katten met een stressblaas, ook wel idiopathische cystitis genoemd. Dat is een sjiek woord voor een blaasontsteking zonder duidelijke oorzaak. Vaak zie je dit bij gevoelige katten die snel gestrest zijn. De blaas raakt ontstoken, er komen cellen los en door te weinig drinken klonteren die samen. Voilà, een plug. Dan zal ontstoppen alleen niet werken. Deze katten hebben we het liefst in de ‘psycho-analyse’ als dat mogelijk was. Wetenschappelijk gezien is voldoende drinken het beste medicijn, samen met het aanpassen van de omgeving.
Ligt de oorzaak bij steentjes, dan lijkt het wat eenvoudiger: steentjes eruit, insturen voor onderzoek om te achterhalen welk soort het is, en het dieet aanpassen. Regelmatige controle van de urine is nodig om te zien of het voer wel doet wat het moet doen. Er is al veel kennis beschikbaar om deze chronische aandoening te begeleiden. Dus als de bron van de problemen opgelost kan worden, is amputatie dan wel zo wenselijk?
Red de penis!
De penis is er natuurlijk niet voor niets. Hij beschermt de urinewegen. De vernauwde plasbuis geeft juist een betere bescherming tegen bacteriën. Door de penis te verwijderen, verhoog je het risico op bacteriële blaasontsteking met een factor vijf. Dat wil je niet.
Gelukkig hebben we tegenwoordig technologie waarmee we met piepkleine endoscopen (de kleinste is 1,1 mm) de plasbuis van de blaas tot aan de penis kunnen schoonmaken. Dit is een minimaal ingrijpende methode om de obstructie te verwijderen, zelfs als catheteriseren niet lukt. Zo kun je de penis dus redden, op voorwaarde dat de bron van de problemen, zoals stress of steentjes, goed wordt aangepakt.
De kattenmannen kunnen opgelucht ademhalen, echter deze techniek staat nog in de kinderschoenen en er zijn nog geen langetermijnstudies beschikbaar. Maar ergens moeten we beginnen. Vandaar deze column: het unboxen van ‘red de penis’!