Urologie

Urologie is een complex vakgebied, en sommige aandoeningen vereisen gespecialiseerde zorg die verder gaat dan de mogelijkheden van de eerstelijnsdierenarts. U kunt naar ons worden verwezen voor onder andere:

  • Aanhoudende of terugkerende urineweginfecties

Helaas komt het voor dat een hond of kat meerdere keren klachten laat zien van vaak kleine beetjes plassen, moeite hebben met plassen of lang zitten/staan zonder dat er urine komt. Bij teven kan dit veroorzaakt worden door een bacteriele infectie van de urinewegen. Er zijn een aantal bacterien bekend, die vaak voorkomen. De Proteus bacterie zit vaak in de blaasholte en zorgt voor ontsteking van de blaas, maar de E. coli-bacterie is een dondersteen. Hij kan niet alleen in de blaasholte voorkomen, maar ook in de blaaswand kruipen of zelfs via de afvoerbuizen van de nieren naar het nierbekken oplopen. En als de coli-bacterie dit doet, is het bekend  dat honden meer gaan drinken en dus meer plassen. 

De eerste aanpak is na urineonderzoek te starten met een antibioticumkuur gedurende 5 tot 10 dagen. Als de klachten dan weer terugkeren na het stoppen met de kuur, is er sprake van een recidief. Dit kan betekenen dat de kuur onvoldoende lang is geweest, zeker als de bacterie zoals E. coli in de wand is gekropen. Of dat er ergens een nestje van bacterien verstopt zit in de urinewegen. Dit komt voor bij dieren die afwijkend gebouwd zijn, zoals afwijkende aanleg van de nierafvoerbuizen (namelijk in de plasbuis in plaats van de blaas) of een litteken in de blaaspunt, het urachuslitteken. De laatste is een restant van de embryonale fase van het dier in de buik van de moeder. Ze plassen dan via de navelstreng, maar na de geboorte gaat deze verbinding dicht met soms een klein litteken. Als een dier geen infectie heeft, hebben ze daar geen last van. Maar zodra er een infectie in de blaas terecht komt, kan deze zich verstoppen in het litteken en elke keer zorgen voor terugkeer van de infectie. 

  • Onverklaarbare bloedingen in urine (hematurie)

Voor bloedingen in de urine is het belangrijk om het geslacht te weten. Bij reuen kunnen deze namelijk voorkomen door prostaatproblemen, waar het bij teven vaak komt door een infectie in de blaas of poliepen. Bij katten is het vaak te zien bij de zogenaamde idiopathische cystitis, een steriele blaasontsteking ontstaan door stress van het dier. 

  • Moeite met plassen of urineren

Bij de reu kan het voorkomen dat hij niet meer kan plassen. Dit komt vaak doordat er een verstopping optreedt in de plasbuis. Dit kan komen doordat er iets in de weg zit (mechanische obstructies) of doordat de sluitspier niet meer goed kan ontspannen (functionele obstructie).

Hetgeen dat in de weg kan zitten is bij een intacte reu een vergrote prostaat of stenen. In het laatste geval kan de hond de urine helemaal niet meer kwijt en zal zijn blaas overvuld raken. De nieren kunnen dan de afvalstoffen ook niet meer kwijt en de hond vergiftigd zichzelf. Soms kan de hond nog wel langs de steen plassen, en de urinestraal is dan smaller en minder krachtig. 

Als er geen verstopping is van weefsel of stenen, dan is er sprake van een sluitspier van de plasbuis die niet goed kan ontspannen. Dit wordt ookwel vesico-urethrale dyssynergie genoemd. Hierbij wil de blaas bij plassen graag samentrekken en de urine via de plasbuis afvoeren, maar de sluitspier reageert niet op de zenuwprikkel en blijft aangespannen. Het gevolg is dat de reu blijft proberen te plassen, maar er niets of weinig komt. 

Bij de kater is het bekend dat ze niet meer kunnen plassen. Dit kan komen doordat er een verstopping in de plasbuis optreedt, door een plug (een soort stopverf van blaascellen en blaasgruis) of steentjes. De steentjes zijn vaak enkele mm klein, maar kunnen vastlopen in de penispunt. Als dat gebeurt, dan zal de kat vaak naar bak gaan om te plassen zonder resultaat.

  • Ongecontroleerde urine-incontinentie

 

  • Blaas- en nierstenen

 

  • Prostaataandoeningen

 

  • Tumoren in de urinewegen

 

  • Problemen met voortplantingsorganen

 

Onderzoeken van urinewegproblemen

Om de aandoening van uw dier goed in beeld te brengen, zijn een aantal stappen in het onderzoek belangrijk. Hierom zal het eerste consult gemiddeld een uur de tijd genomen worden. Wij vinden het belangrijk dat u naar huis met een goed begrip van de aandoening van uw dier en voldoende informatie om afwegingen te maken.

- uitgebreid gesprek over welke klachten uw dier vertoont

- echografisch onderzoek van nieren, blaas en plasbuis (zover deze laatste zichtbaar kan zijn)

- urineonderzoek

- urinekweek

- eventueel röntgenologisch onderzoek

Bij het eerste consult nemen we de tijd voor deze stappen en nemen u mee in het afwegen van welke stappen wanneer het beste uitgevoerd kunnen worden.

Onze operatiekamer is uitgerust met moderne apparatuur en technologie. Zo beschikken we over apparatuur waarmee we operaties in het gebied rond de blaas zo min mogelijk ingrijpend (minimaal invasief) kunnen uitvoeren. Dat betekent dat de operatie minder zwaar is, doordat we minder snedes maken

  • Urethrocystocopie

Middels deze kijkoperatie kunnen we de binnenkant van de urethra (de plasbuis) en de blaas bekijken. Wij kunnen hierbij teven en reuen behandelen met een minimaal ingrijpend onderzoek. Zo kunnen we tumoren, poliepen en andere afwijkingen in de wand vaststellen en op tijd een behandeling inzetten. Ook kunnen we bij de teef en de reu op deze wijze kleine blaassteentjes verwijderen. Soms moeten we overgaan tot de PCCL (zie hieronder) als de steentjes te groot zijn om via de plasbuis te verwijderen. Natuurlijk zullen we voorafgaand aan de operatie hiervan een inschatting maken. 

  • PCCL : percutane cystolithotomie 

Deze minimaal invasieve techniek is ontwikkeld om blaasstenen te verwijderen. Met behulp van een cystoscoop, kunnen we via een kleine opening in de buikwand en in de blaas, de urinewegen van binnen bekijken. Tijdens deze ingreep blaasstenen verwijderen. Deze techniek heet Percutane cystolithotomie (PCCL). 

  • Nefroscopie 

Een andere techniek is de nefroscopie. Hierbij kunnen we met een kleine scoop het nierbekken benaderen en nierstenen verwijderen. Op die manier kan een terugkerende nierbekkenontsteking die door nierstenen wordt veroorzaakt, behandeld worden en kan ook voorkomen worden dat niersteentjes de urineleider gaan blokkeren.  

  • Laser ablatio van ectopische urineleiders 

Honden met urine-incontinentie kunnen gediagnosticeerd worden met een ectopische ureter. Een ectopische ureter is een verkeerd aangelegde urineleider, waarbij de uitmonding in de plasbuis is en niet in de blaas. Dankzij onze nieuwste technieken hoeven deze honden niet meer met behulp van een buikoperatie geopereerd te worden. Middels cystoscopie en laser, kan de opening van de urineleider terug in de blaas geleid worden.